Dit legt een belangrijk punt bloot: de samenleving weet te weinig van drones. Historisch gezien hebben we de neiging om het onbekende af te wijzen, waardoor we het moeilijk vinden om nieuwe technologie te omarmen. Omdat onderzoek naar droneoperaties steeds relevanter wordt, is het dus belangrijk om te onderzoeken hoe deze technologie in de samenleving kan worden geïntegreerd.
Als ik met mijn vrienden over drones praat, merk ik dat ze heel anders tegen drones aankijken dan in mijn werkveld gebeurt. Dit laat zien waar de grootste knelpunten liggen voor de acceptatie van drones: “Ik wil niet naar de lucht kijken en drones zien” (visuele vervuiling), “Ik ondervind al genoeg lawaai van de snelweg” (geluidsoverlast), “Hoe weet ik dat de drone me niet bespioneert?” (vertrouwens- en privacykwesties), “Hoe ontwijkt een drone gebouwen?” (veiligheidskwesties). Die vragen en opmerkingen beantwoorden is de eerste stap naar maatschappelijke acceptatie: kennis delen.
“De samenleving weet te weinig van drones”
Het gebrek aan kennis over drones bemoeilijkt ook de acceptatie door het publiek, omdat mensen de toegevoegde waarde van de technologie meestal niet zien. Een algemene perceptie is dat drones zullen worden gebruikt om pizza’s en Amazon-pakketten te bezorgen, wat eerlijk gezegd best fijn zou zijn, maar niet bepaald een waardevolle dienst is. In plaats daarvan zullen drones vooral worden gebruikt voor taken zoals inspecties en bewakingsmissies uitvoeren, rampenbestrijding en medische spoedleveringen optimaliseren, mensen door de stad vervoeren en verkeersopstoppingen in grote steden verminderen. Wanneer mensen beseffen dat drones een nuttige bijdrage leveren in plaats van alleen maar kleine, onbeduidende spullen te bezorgen, wordt hun beeld positiever, wat de maatschappelijke acceptatie vergroot.
Er wordt onderzocht hoe de maatschappelijke acceptatie kan worden verbeterd en hoe drones in de samenleving kunnen worden geïntegreerd. Bij Koninklijke NLR beschikken we bijvoorbeeld over de Virtual Community Noise Simulator (VCNS), een tool waarmee mensen drones in virtuele omgevingen kunnen zien en het geluid ervan kunnen horen. De VCNS wordt nu gebruikt in een perceptieonderzoek – de tool simuleert een drone die in een stedelijke omgeving vliegt om te testen hoeveel overlast het geluid geeft en in hoeverre de zichtbaarheid van de drone nog invloed heeft op de hinder die wordt ervaren. NLR maakt ook deel uit van het SJU H2020-project AMU-LED, waarbij verschillende dronevluchten worden uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Nederland. De demonstraties vinden plaats in de zomer van 2022 en omvatten verschillende gelijktijdige dronevluchten, waaronder luchttaxi’s en coördinatie met bemande luchtvaart. Maatschappelijke acceptatie is een belangrijk aspect van dit project, dat zich richt op de bereidheid van verschillende stakeholders om dronetechnologieën te adopteren.
Al met al is maatschappelijke acceptatie een van de belangrijkste voorwaarden voor het gebruik van drones in stedelijke gebieden. Werken aan de acceptatie van drones is niet alleen belangrijk voor een snelle toepassing, maar ook om de samenleving vertrouwd te maken met deze technologie. Een effectieve en gemakkelijke manier om dit te doen, is door gewoon over drones te praten: stel vragen, deel informatie, begin een gesprek! Als je deel uitmaakt van de dronewereld, stel dan vragen. Vraag je vrienden wat ze van drones vinden, vraag het je familie, vraag het je buren – je zult zeker enkele interessante meningen horen en de sector komt zo weer een stap dichter bij maatschappelijke acceptatie.